“Door boksen ben ik een rustigere man geworden”
Muharrem Klinaku (44) is een bokser zonder benen met een indrukwekkend en hoopvol verhaal. “Ik ben geboren in Kosovo, maar opgegroeid in Nederland”, zegt hij zonder omweg. Vanwege de oorlog in zijn geboorteland vluchtte hij op zijn veertiende met zijn familie naar Nederland. Door diezelfde oorlog was hij ook zijn beide benen kwijtgeraakt. Die zwarte bladzijde heeft hij ondertussen ver achter zich gelaten. Zeker de afgelopen vier jaar is hij namelijk uit een diep dal geklommen door de ontdekking van het boksen. “Ik ben blij dat ik hier nu woon, want ik ben hier heel erg goed geholpen.”
‘Mem’ is bij het boksen terechtgekomen door beweegcoach Ben de Fretes. “Hij zei laat hem gewoon eens meetrainen”, vertelt bokstrainer Harold Verhoekx over hoe Muharrem vier jaar geleden in zijn boksschool The Punch Boxing in Tilburg terecht kwam. “Eigenlijk was hij op dat moment gewoon heel erg depressief. Hij zat veel thuis en had geen activiteiten. Hij kon geen stappen maken maar door het boksen is hij veranderd.” Muharrem, die in de bokszaal op een bankje tegenover Harold zit, knikt instemmend. “Ik zat echt in een diepe depressie. Door de goede begeleiding die ik kreeg vanuit de gemeente en het wijkcentrum ben ik er bovenop gekomen.”
Dankbaar
Het was wijkondersteuner Debbie die hem in contact bracht met beweegcoach aangepast sporten Ben de Fretes, die zelf ook uit de vechtsport komt. “Ze zei: ‘ik heb een goed idee. Je moet gaan boksen!’ Ik zei: sorry? Ik heb twee protheses, hoe moet ik gaan boksen? Ben je gek geworden? Ik kan niet boksen.” Debbie wist Muharrem toch te overtuigen en niet veel later nam Ben de Fretes contact met hem op. “Zo ben ik bij deze boksschool gekomen. Ik voel mij nu echt tachtig procent beter en ik kwam van nul af hè. Dat komt eigenlijk door de gemeente Tilburg en drie mensen: Debbie, Ben en Harold”, zegt hij vol dankbaarheid.
Niet zielig
De eerste training met Harold en de anderen in de boksschool vond Muharrem toch wel spannend. “Toen mensen ook met mij gingen praten en naar mij lachten, dacht ik: zij zijn goed voor mij, dus ik moet ook lachen.” Harold snapt die eerste voorzichtige zenuwen wel. “Als je hier binnenkomt, dan staan er veertig boksers. Het is dus best een stap om hier binnen te komen. Dan voel je je wel klein. Wij behandelen hem als iedereen. En de rest doet dat ook. We vinden hem niet zielig.” Muharrem heeft dat gevoel ook helemaal niet in de groep. “Ik was toen heel erg klein, maar ik voel mij nu de grootste hier”, zegt hij met een brede grijns.
Boksen als medicijn
Muharrem merkt na iedere training weer wat boksen hem oplevert. “Ik train heel hard en daarna ben ik heel erg rustig in mijn hoofd. Voor een gehandicapte man met twee beenprotheses is boksen dus gewoon het beste medicijn. Echt waar! Eigenlijk had ik dat pas na anderhalf jaar door. Toen dacht ik echt: ik ga gezond worden. Ik ben ook gestopt met roken.” Naast het boksen doet hij nog aan extra krachttraining en zwemmen om fit te blijven.
Speciale sportprotheses
Sinds kort heeft hij ook speciale sportprotheses waarmee hij buiten kan rennen. Voor de aanschaf van die dure blades had zijn familie een crowdfunding opgezet. “Dat heeft Muharrem ook op de sportschool verteld en mensen hebben hem hier ook geholpen met het inzamelen van het bedrag. Dat betekent ook wel iets vind ik, dat de mensen hem hier willen helpen met een donatie.” Die protheses gebruikt hij voor het hardlopen op straat, want voor het boksen zijn die carbon blades te stijf om lang op te blijven staan.
De ring in voor een wedstrijd
Tijdens trainingen doet Muharrem ook wel eens partijtje met een sparringpartner zittend op het bankje tegenover hem. Hij droomt nog van een echte bokswedstrijd. “Ik wil heel graag een keer in de ring komen”, zegt de bokser enthousiast. Ze hebben ook al een oproep gedaan om een tegenstander te vinden, maar dat blijkt nog lastig te organiseren. “Ik wil dat heel graag een keer, maar het is niet mijn belangrijkste doel om te blijven trainen.” Hij merkt dat het boksen hem zowel mentaal als fysiek beter maakt. “Ik heb eigenlijk altijd veel pijn in mijn lichaam, maar die anderhalf uur dat ik aan het boksen ben, voel ik geen pijn. En dat is een goed gevoel.”