Joël in actie voor meer inclusieve speeltuinen

In Nederland zie je steeds meer speelplekken waar kinderen met en zonder beperking met elkaar kunnen spelen. Tien jaar geleden had je in twee van dit soort inclusieve speeltuinen en nu zijn dat er al 113. Dat mogen er veel worden, vindt ook Joël. Hij heeft zelf ook een beperking en zou het liefste zien dat iedere gemeente een aangepaste speeltuin heeft. Om dat voor elkaar te krijgen ging hij met die boodschap naar sportminister Conny Helder.

Bij Joël werkt de rechterhelft van zijn lichaam slechter dan zijn linkerkant door een
hersenbloeding nog voor zijn geboorte. Een ‘gewone’ speeltuin is daarom voor hem een
drempel, want daar kan hij niet lekker voluit spelen zoals andere kinderen. Een klimtoestel wiebelt bijvoorbeeld voor hem teveel. In een inclusieve speeltuin is daar rekening mee gehouden door bijvoorbeeld minder klimtoestellen in te richten.

Samen spelen

Voor het jeugdjournaal laat Joël zien wat het voordeel van een aangepaste speeltuin voor hem is. “Hier kan ik meer doen in een normale speeltuin”, vertelt hij. Het gaat hem niet alleen om zijn eigen speelplezier, hij vindt het vooral belangrijk dat kinderen met en zonder beperking meer mogelijkheden krijgen samen te spelen. “Dan leren ze beter met elkaar omgaan.”

In gesprek met de minister

Om in actie te komen voor meer inclusieve speeltuinen had Joël samen met twee andere
kinderen een afspraak bij sportminister Conny Helder. De boodschap van de kinderen kwam goed over bij de minister. “Mijn doel is om voor alle kinderen in de buurt een plek te hebben waar ze goed kunnen spelen. En ik en daar heel erg hard voor aan de slag”, beloofde ze.

Bekijk hier het hele item van het Jeugdjournaal: